Toen ik begon met haken, maakte ik zeker veel fouten. Soms door iets verkeerd uit te voeren en soms simpelweg omdat ik niet beter wist. Als beginnende haakster is het echt heel normaal om struikelblokken tegen te komen, maar je moet jezelf daardoor niet laten ontmoedigen. Van je fouten kun je namelijk leren. In dit artikel bespreek ik daarom de meest voorkomende beginnersfouten en geef ik praktische tips om ze te vermijden, zodat jouw haakervaring zoveel mogelijk plezierig en leerzaam is.
Fout 1: Te strak of te los haken
Een van de meest herkenbare beginnersfouten is het haken met een verkeerde spanning: óf je steken zijn zo strak dat je bijna je haaknaald er niet doorheen krijgt, óf ze zijn zo los dat je werk gaten vertoont. Dit komt doordat je handen nog moeten wennen aan de beweging en aan hoe je de draad vasthoudt. De oplossing is vooral oefenen. Probeer de draad losjes tussen je vingers te laten glijden en let op een ontspannen grip op je haaknaald. Het kan helpen om af en toe bewust te schudden met je handen of even pauze te nemen wanneer je merkt dat je gespannen bent.
Fout 2: Verkeerde maat haaknaald gebruiken
Veel beginners pakken simpelweg een haaknaald die “wel lekker in de hand ligt”, zonder te kijken welke maat bij het garen hoort. Dat zorgt er vaak voor dat je werk te groot, te klein of te ongelijkmatig wordt. Op het label van je bolletje garen of op je patroon staat altijd een aanbevolen maat haaknaald. Dat is een goed startpunt. Gebruik die maat en kijk daarna pas of je steken er strak of juist los uitzien. Soms is het ideaal om één maat groter of kleiner te proberen, zodat je stijl consistent blijft.
Fout 3: Steken verkeerd tellen
Iedereen die ooit een sjaal, deken of lapje heeft gehaakt, kent dit probleem: je begint netjes met 20 steken, maar na tien toeren heb je er opeens 18 of juist 23. En waarom? Omdat tellen in het begin gewoon lastig is. Je raakt steken kwijt, haakt per ongeluk twee keer in dezelfde steek of mist de laatste steek aan het einde van een toer. Om dit te voorkomen kun je steekmarkeerders gebruiken aan het begin en einde van een toer. Daarnaast helpt het om regelmatig even te stoppen en je steken na te tellen. Ja, het kost tijd, maar het voorkomt zoveel frustratie later in je project.
Fout 4: Gebrek aan consistentie in spanning
Zelfs als je wel de juiste spanning hebt, kan het gebeuren dat die in de loop van je project verandert. Je begint ontspannen, maar naarmate je verder haakt, wordt je draad steeds strakker of juist losser. Dit zie je terug in de vorm van je werk: dat wordt golvend of trekt juist krom. Probeer daarom in een rustige omgeving te haken en vind een tempo dat prettig voelt. Vaak helpt het om steeds op dezelfde manier te zitten, met je handen op dezelfde hoogte, zodat je beweging en spanning natuurlijker gelijk blijven.
Fout 5: Verkeerd lezen van het patroon
Misschien wel de meest frustrerende fout: enthousiast beginnen en er halverwege achter komen dat je een herhaling hebt gemist, een andere steek had moeten gebruiken of toch écht in de derde lus had moeten insteken. Patronen kunnen in het begin intimiderend zijn, maar ze worden logischer naarmate je vaker haakt. Neem daarom de tijd om het hele patroon eerst één keer door te lezen voor je begint. Markeer belangrijke herhalingen en noteer eventueel dingen voor jezelf. Een beetje voorbereiding scheelt een hoop lostornen.
Fout 6: Onvoldoende aandacht voor afwerking
Een mooi gehaakt project staat of valt met de afwerking. Veel beginners vergeten hun draadjes netjes weg te werken of vinden het saai om te doen, waardoor het eindresultaat rommelig kan ogen. Toch maken die laatste minuten echt verschil. Neem de tijd om je werk rustig af te hechten, de draadjes weg te steken en , als het nodig is, je project te blocken. Zeker bij grotere projecten kan blocken je werk veel netter en professioneler laten ogen.
Fout 7: Overhaasten & frustratie
Als je net begint met haken wil je het liefst binnen een dag een complete deken maken. Maar haken is een vaardigheid die groeit met tijd, aandacht en geduld. Te snel willen gaan zorgt niet alleen voor fouten, maar maakt het ook minder leuk. Geef jezelf de ruimte om te oefenen, om fouten te maken en om ergens even op vast te lopen. Dat hoort erbij. Het mooiste aan haken is dat het je dwingt om te vertragen. Het is als het ware mindfulness voor creatieve personen.
Fouten horen erbij als je begint met haken. Ze maken deel uit van het leerproces. Door bewust te zijn van de meest voorkomende valkuilen en met eenvoudige strategieën kun je veel frustratie vermijden. Uiteindelijk wordt haken niet alleen een vaardigheid, maar ook een ontspannende, meditatieve rituele gewoonte. Blijf vooral oefenen, blijf nieuwsgierig, en geef jezelf de ruimte om fouten te maken en te groeien.
Uitgelichte afbeelding: Foto door Emma Louise Comerford via Unsplash



